Verslag van Simon
Gisteren alweer de tiende ronde van de interne competitie met maar vijf partijen vanwege afzeggingen en de derde ronde in de externe competitie voor zestallen tegen het team van Koedijk. Twee partijen eindigden in remise, twee in een overwinning voor zwart en één voor wit.
Al vroeg in de partij van Jan tegen Ron waren de zwarte stukken de witte stelling binnengedrongen. Ron voerde de druk steeds verder op waardoor Jan al vrij snel moest capituleren. In zijn partij tegen Selwyn verging het Jos al niet veel beter. Doelgericht leidde Selwyn de aanval van zijn stukken op de witte koningstelling die Jos niet wist te pareren. Voor Jan en Jos moet dat telkens verliezen een beetje frustrerend zijn. Om te proberen hier verandering in te brengen ben ik gaarne bereid een aantal van jullie partijen gezamenlijk door te nemen. Laat me even weten of jullie daar belangstelling voor hebben.
Peter en Joop hadden een vriendelijk onderonsje. Ze maakten het elkaar dus niet moeilijk en toen ze het zat waren besloten ze tot remise en togen naar de bar alwaar ze verder gingen met het uitwisselen van vriendelijkheden. Ook Johan en Eric speelden remise maar dat was geen salonremise. Eric speelde een soort van drie rijen systeem dat zeer kwetsbaar oogde. Het spreekt voor hem dat Johan daar geen bres in wist te slaan en uiteindelijk in remise moest berusten. Richard en Wessel speelden een lekker potje schaak. Zoals gewoonlijk de laatste tijd investeerde Wessel behoorlijk wat in het verwerven van het initiatief. Maar dit maal pakte het verkeerd uit. Richard hield de gelederen gesloten en kon tenslotte de winst naar zich toetrekken.
Tegen het iets hoger ingeschaalde Koedijk 1 heeft ons zestal zowaar haar eerste overwinning weten te behalen en wel met de kleinst mogelijke uitslag van 3½ – 2½. En deze overwinning was zwaar bevochten. Fred aan bord 6 was als eerste klaar en hij verloor jammerlijk. In de partij, die begon als een Caro-Kann maar vervolgens naar een variant van het Frans transformeerde, liet Fred op de damevleugel een steekje vallen waarna zijn centrum werd opgerold en hij zijn vooruitgeschoven e-pion verloor. De zwarte paarden kregen hierdoor vrij spel en daarmee was het gedaan. Vervolgens sleepte Cor er aan bord 4 een verdienstelijke remise uit. Aan het derde bord kreeg André de Bird opening 1 f4 voorgeschoteld en met 1 .., d5 maakte hij er een Hollandse pot van. Met stonewalls aan beide zijden draaide het lange tijd om wie zijn stukken beter in stelling kon brengen. Daarin bleek André net iets beter te zijn dan zijn tegenstander en kon hij het volle punt incasseren.
Aan het tweede bord gezeten speelde Kees natuurlijk weer zijn Londen systeem waarbij zwart al snel zijn loper op f4 wist af te ruilen. Daarna verschenen er ook in deze partij stonewalls op het bord waarbij Kees zich een sterk paard op e5 verwierf tegen een slechte loper op b7 van zwart. Dit alles was echter ten koste gegaan van de witte rokade zodat Kees moeite had met het coördineren van zijn spel op beide vleugels. Maar nadat zwart al zijn zware stukken naar de koningsvleugel had overgebracht, die hun koning op de damevleugel onverdedigd achterlieten, sloeg Kees met zijn sterke paard en dame direct toe. Eerst wist hij de c-lijn te openen en met een aantal fraaie schaakjes dreef hij de zwarte koning een matnet in zodat zijn tegenstander teleurgesteld opgaf. “Had ik dat paard maar geslagen…” was zijn commentaar achteraf.
Er waren toen nog twee partijen gaande en het werd al laat. Aan bord 5 had Dick lang een gelijk opgaande partij maar aan het slot moet hij steekjes hebben laten vallen waardoor zijn tegenstander de winst kon opstrijken. Ik heb dit niet kunnen waarnemen omdat ik te druk bezig was mijn eigen partij tot een goed eind te brengen. De stand was gelijk dus moest mijn partij de beslissing brengen. Een Engelse opening had wit ruimtevoordeel opgeleverd waartegen ik me aardig wist te verdedigen. Pas nadat wit mijn sterk opgesteld paard op c5 afruilde en ik een gedekte vrijpion kreeg kon ik ook aan aanvallen gaan denken. Maar daarvoor moest ik eerst nog mijn stukken hergroeperen. Gelukkig deed ik dat beter dan mijn tegenstander waardoor ik een aanval op zijn koning kon lanceren. Toen mijn tegenstander in grote tijdnood zijn koningspionnen abusievelijk liet oprukken, kon ik vernietigend toeslaan en op het moment dat zijn vlag viel gaf hij op en was de overwinning een feit. Toen ik mijn partij naderhand door Chessbase liet analyseren bleek dat ik met een torenoffer veel fraaier had kunnen winnen. Maar ja, achteraf is alles makkelijk.