Dit is het verslag van de vijftiende ronde van onze interne competitie. Er waren tien partijen waarvan er vijf in een overwinning voor wit, vier in een overwinning voor zwart en één in remise eindigden.
Door een fout van Wessel werd zijn partij tegen Kees een boeiend spektakel. Zoals wel vaker speelde Kees het Londen systeem waarin Wessel iets over het hoofd zag waardoor zijn nog on-gerokeerde koning het open veld in moest. Met inventief spel bood Wessel nog lang weerstand maar toen Kees eenmaal met paard en dame de zwarte stelling wist binnen te dringen was het plotsklaps over.
De aanvalskansen van Robert op de koningsvleugel en die van Maarten door het midden en de andere kant van het bord hielden elkaar in evenwicht zodat deze partij in remise eindigde.
De partij van Stefan en Tristan liet duidelijk zien dat naar voren spelen bij schaken net zo belangrijk is als bij voetbal. Tristan won hierdoor de nodige ruimte en met een vrijpion op de koningsvleugel was dit genoeg om de winst binnen te halen.
Hoewel Eric met zwart spelend weer vrij snel een stuk achterstond hield hij het tegen Hadi lang vol. Volgens mij kwam dit vooral omdat Hadi onnodig op verwikkelingen bleef aansturen waar hij had moeten consolideren en vereenvoudigen waardoor het materiële overwicht steeds zwaarder gaat wegen. Ten langen leste won Hadi wel natuurlijk.
Ook Roy met zwart spelend tegen Cor kwam al snel een stuk achter zonder daarvoor iets terug te krijgen. Met zijn rijke schaakervaring was dat voor Cor natuurlijk appeltje eitje.
Tegen Fred koos André weer voor de Hollandse verdediging. Hij heeft een voorkeur voor de stellingen met een open f-lijn die hier vaak uit voortkomen. Bijkomend voordeel bij deze opening is de veelal gebrekkige kennis bij zijn tegenstanders. Ook Fred pakte de zaken verkeerd aan waardoor André zijn stukken met tempowinst kon ontwikkelen en de aanval op de enigszins geïsoleerde koning kon inzetten. Fred moest zelfs een kwaliteit offeren om mat te voorkomen. Maar ook daarna had hij niets meer in de melk te brokkelen. André hoefde alleen nog zijn stukken te hergroeperen voor de genadeklap die spoedig volgde.
Johan wil graag het Albins tegengambiet eens proberen en vroeg mij voorafgaande aan zijn partij tegen Dick wat ik van deze opening vond. Ik vertelde hem dat ik het ook wel eens gespeeld heb en dat je behoorlijk in het voordeel bent als jij wel en je tegenstander niet op de hoogte is met de finesses. Gezien de stelling die ik even na hun opening aanschouwde heeft hij het in deze partij toch niet aangedurfd. Jammer wellicht maar de partij was er niet minder interessant door en Johan manifesteerde zich als een ware sluipmoordenaar. Waar Dick met wit probeerde aan te vallen wachtte Johan geduldig af. Dick moet de kracht van het zwarte loperpaar danig onderschat hebben want toen de dames geruild waren kwamen deze tot leven en brachten de witte koning dusdanig in het nauw dat Dick er de brui aan gaf. Een heel knappe staaltje van Johans kunnen.
Vanwege de beperkte bedenktijd zag Ron een beetje op tegen zijn tweede duel met Sam. Het verlies dat hij met zwart in hun eerste partij had geleden weet hij vooral aan het tijdgebrek. Ja, voor sommige van onze oudere leden is dat een dingetje temeer ook omdat hun jonge tegenstanders heel snel spelen. Daarom stel ik voor de evaluatie van deze maatregel op de agenda te plaatsen van de ALV die aan het einde van het seizoen wordt gehouden. In het onderhavige duel speelde het echter nauwelijks een rol want Ron won met overmacht.
Na zijn verloren partij met de witte stukken tegen Mick, ook hun tweede, hoorde ik Richard ook een beetje klagen over het gebrek aan tijd. Volgens mij stond hij na de opening minstens gelijk maar heeft hij daarna een afwikkeling die hem de kwaliteit kostte over het hoofd gezien. Hij had daarvoorwel goede compensatie in de vorm van een voorsprong in ontwikkeling. Dit wist hij echter niet uit te buiten waardoor de materiële balans uiteindelijk de doorslag gaf en Mick won.
Al voor onze partij liet Peter ons duidelijk horen dat hij de ‘7 a4’ (sub)variant van de Sveshnikov variant niet bestudeerd had en daarom de Siciliaanse opening zou mijden. Na mijn standaard 1 e4 koos hij dus voor 1 .., e5 en kwam er een Spanjaard op het bord waarin Peter al snel de theorie liet voor wat het was. Toen hij daarna een manoeuvre met het damepaard uitvoerde die in het Spaans heel gebruikelijk is, als zwart gerokeerd heeft tenminste, maar nu weinig effectief was en te veel zetten vergde, had ik na 13 zetten al een heel comfortabele stelling en stuurde ik met 14 e5 aan op opening van de e-lijn richting Peters koning. Dit liet Peter toe omdat hij een tactische wending voor ogen had die de kansen zou doen keren. Hij kwam echter bedrogen uit omdat hij een simpel schaakje met de loper waarmee hij zijn dame verloor over het hoofd had gezien. Toch duidelijk een geval van ‘Schaakspeler blijf bij je opening’!
Tot volgende week,
Simon